Sensorische informatieverwerking staat ook wel bekend als prikkelverwerking of zintuigelijke over- of ondergevoeligheid. De verwerking van prikkels gebeurt door verschillende zintuigen. Soms komt een prikkel sterk of juist zwak binnen bij een kind waardoor de sensorische prikkels niet goed verwerkt worden in de hersenen. Hierdoor kan het kind niet adequaat reageren op de omgeving en dit kan leiden tot ongewenst of onbegrepen gedrag.
Sensorische informatieverwerking gebeurt de hele dag door op de automatische piloot. Je kan denken aan de volgende zintuigelijke prikkels: aanraking, bewegen, balans, zien, horen, smaak, geur en prikkels vanuit je lichaam zelf. Denk bijvoorbeeld ook aan zindelijkheid.
Bij kinderen met problemen in de sensorische informatieverwerking wordt de informatie dus niet goed verwerkt. Dat heeft invloed op het gedrag van een kind. De omgeving kan dat gedrag misschien als vreemd ervaren, of onaangepast. Maar in werkelijkheid krijgt het kind de zintuigelijke informatie over de wereld anders binnen.
Boosheid, drukte, frustratie, onrust, afwezigheid, dromerigheid en een korte concentratie zijn maar een paar uitingen van het gedrag wat een kind kan laten zien.
Wanneer je besluit je kind aan te melden bij BLOSS gaan we op onderzoek uit naar waar de knelpunten zitten in de informatieverwerking. Er wordt, naast het eerste gesprek, gebruikt gemaakt van een uitgebreide vragenlijst. Vervolgens wordt er bepaald waar de problemen zich voordoen. Zowel thuis als op school als bij familie of vrienden kan een kind last hebben van de onjuiste prikkelverwerking. Daarom kan er indien nodig geobserveerd worden op school en wordt de leerkracht betrokken in het proces.
Het is vaak even puzzelen en het gaat niet vanzelf maar uiteindelijk komen kind en omgeving weer in zijn kracht te staan waardoor de toekomst er minder prikkelbaar uit zal zien.